Al snel bleek dat het gasthuis aan de IJzerstraat te klein was. In 1857 legde Gouverneur van Lansberge de eerste steen voor een groter gasthuis op het terrein ‘Cashaca’ aan de huidige Pater Euwensweg. Op 17 maart 1858 werd het eerste deel in gebruik genomen. Sinds de opening ging er geen decennium voorbij, zonder dat dit ziekenhuis werd uitgebreid of verbouwd voor meer bedden, moderne medische voorzieningen en andere faciliteiten.

De bedden waren verdeeld over aparte afdelingen voor mannen, vrouwen en kinderen. De kamers voor volwassenen waren weer onderverdeeld in een eerste, tweede, en derde klasse. In de eerste klasse hadden de patiënten een eigen kamer en badkamer. In de tweede en derde klassen lagen meer mensen in grotere kamers of zalen. Tot medio 20ste eeuw waakten de religieuze afdelingshoofden streng over de samenstelling van de zalen. Daarbij wogen morele criteria net zo zwaar als medische indicaties. Ongetrouwde moeders of alcoholisten werden bijvoorbeeld van andere patiënten gescheiden.  

Hoe meer het accent van de zorg verschoof naar medische verrichtingen, hoe meer voorzieningen er op dat gebied kwamen. Te denken valt bv aan een volwaardige apotheek, operatiekamers, instrumenten- en sterilisatiekamers, een laboratorium, röntgenafdeling, en de polikliniek die in 1976 geopend werd en waar men voor bijna alle specialismen terecht kon. Ook andere faciliteiten werden in alle windrichtingen bijgebouwd of verbouwd. Zo was er in het oudste deel al een kapel voor de zusters, en kwam er dertig jaar later een nieuw en groter kapel. Ook de keuken, bakkerij, wasserij, een nieuwe behuizing voor de religieuzen, administratiekantoren, een mortuarium en andere faciliteiten, werden stapsgewijs gebouwd, vernieuwd of uitgebreid.

Niet alle religieuze zusters waren blij dat er zoveel aandacht ging naar moderne medische voorzieningen. Zo zei zuster Françoise in 1987 in de Amigoe: ‘Nu zijn ze met allerlei technische hulpmiddelen bezig terwijl wij vroeger veel meer met de mens bezig waren. Dat is natuurlijk vooruitgang, maar ik geloof dat ik, als in het in deze tijd nog eens moest doen, geen verpleegster zou worden. Nee, daarvoor zijn de mensen voor mij te zeer een nummer geworden.’

Uitleg:
Zuster Françoise: Zuster Françoise kwam in 1948 als gediplomeerd verpleegster naar Curaçao en ging in 1988 in de laatste groep zusters terug naar Nederland.

Bronnen:
C.J.H. Engels, Het Sint Elisabeth Hospitaal te Curaçao en West-Indië 1855-1972
N.C. Römer-Kenepa, St. Elisabeth Hospitaal 1855 – 2005
Bernadette Heiligers, Alles voor Allen
Amigoe van 21 november 1987