De biografieën van de verschillende personen die veel hebben betekent voor zowel de stichting als het hospitaal.

Monseigneur Ferdinand E. C. Kieckens (1827 - 1893)

De achtste December 1893 overleed in het St. Elisabeths Gasthuis, waarvan hij de stichter en Rector was, de Hoog Eerwaarde Heer Ferdinand Eduard Cornelis Kieckens, een der verdienstelijkste saeculiere geestelijken, die ooit in dit Apostolisch Vicariaat gewerkt hebben. Geboren te Breda de elfde April 1827 uit een aanzienlijke familie, deed hij zijn eerste studiën in verschillende colleges van het Bisdom Breda.

Hij kwam te Curaçao de 23ste November 1849 als diaken en werd het volgend jaar op 25 Mei tot Priester gewijd. Vanaf die dag begon hij onvermoeid zijn werk voor het welzijn van het Curacaose volk. Zijn meest bekende prestaties zijn de stichting van het St. Elisabeth Gasthuis( waarvan het eerste gebouw op de tegenwoordige plaats gebouwd werd in 1857) en van het St. Thomascollege, waarvan de bouw bijna geheel door hem bekostigd werd.

Er zijn niet veel mensen op Curaçao die nog weten, dat de grond waarop het eerste gebouw van het hospitaal opgericht werd, in de volksmond Cashaca (hemd) heette. In de tijd, dat Mgr. Kieckens het kocht, werd het ook Santa Cruz genoemd. De notulen van de bestuursvergadering van het gasthuis, gehouden op 14 December 1856, vermelden het resultaat van het zoeken van den Rector. Daarin wordt o.a. gezegd: De President (Kieckens) gaf te kennen, dat hem een stuk gronds te koop was aangeboden, gelegen aan de overzijde der haven (Otrobanda) aan het Rifwater en verzocht verlof het te kopen, ten einde aldaar een nieuw gasthuis te bouwen. Al de leden namen hiermede genoegen en de President en den Secretaris (de katholieke onderwijzer F. Schwiep), werden gemachtigd het te kopen en met de aanbouw van het nieuwe gasthuis een aanvang te maken. Genoemd stuk grond behoorde aan den Heer G.j. Hooyer en was recht tegenover het melaatsen- en krankzinnigengesticht gelegen.

Vóór Monte Cristo (het gewezen krankzinnigengesticht aan de Rode Weg, nu Ambachtsschool St. Joseph) Zaquitó, werden melaatsen en krankzinnigen verpleegd in één gesticht, dat op het Rif lag. Het is door een geweldige orkaan totaal verwoest. Men had met opzet dit terrein gekozen, omdat de verpleging van deze ongelukkigen juist kort te voren door het Gouvernement opgedragen was aan de Zusters van het hospitaal en het feit, dat beide gebouwen in elkanders onmiddellijke nabijheid lagen, veel voordeel bood aan het bestuur en de verpleegsters. We weten niet wanneer Mgr. Kieckens beschikking kreeg over het erfdeel van zijn ouders, en evenmin, hoe groot dat erfdeel was. Kieckens was iemand, die zich zeer weinig uitliet over zijn rijkdom. Hij was een zeer bescheiden en nederig man, die nooit de lef en de eer van de mensen zocht en zelfs de gedachte niet kon verdragen, dat men eenmaal door het nasnuffelen van de inkomsten en uitgaven van zijn bouwerijen, zijn verdiensten zou gaan afmeten en narekenen, zodat we hierover geen cijfers geven, aangezien hij ze niet heeft nagelaten.

Op de 3de December van het jaar 1880 vierde het gasthuis zijn 25-jarig bestaan. Bij die gelegenheid bracht de Apostolisch Vicarius, Mgr. Henricus van Ewijk hem de tijding, dat Zijne Heiligheid de Paus hem benoemd had tot Geheim Kamerheer, waaraan de titel van Monseigneur verbonden was. Het jaar daarop had hij de financiën van het hospitaal zodanig gestabiliseerd, dat hij het Gouvernement kon laten weten, dat men voortaan geen aanspraak meer wilde maken op een jaarlijkse subsidie van duizend gulden. Hiervoor ontving hij van den Gouverneur Bargn van Heerdt, bij schrijven van 23 Februari 1881 een zeer vererende en dankbare brief.

In 1882 kocht Mgr. Kieckens het grote erf met woonhuis, genaamd San Fuego. gelegen ten Westen van het St. Elisabeths Gasthuis. Het woonhuis werd terstond ingericht tot verblijf van oude, gebrekkige vrouwen. Later is op dit erf gebouwd de gehele rechtervleugel van het hospitaal en ook het St. Thomascollege, waarvan hij ook de uitbreiding van 1887 - 1888 mogelijk maakte. Ook de bouw van de St. Vincentiusschool is slechts door zijn enorme financiële hulp tot stand kunnen komen. Minder bekend is, dat deze buitengewoon edelmoedige man ook zéér ruim heeft bijgedragen tot de bouw van de kerk van Pietermaai en de pastorie (niet de tegenwoordige, maar de vorige, die op dezelfde plaats stond). Dit zal ook wel de reden zijn geweest, dat hij met de leiding van de bouw belast werd, hoewel de bouwplannen niet door hem, maar door Pastoor Schoonen getekend waren.

Op 1 Mei 1859 kwam Mgr. Kieckens met het schip "Santa Rosa" op Curaçao terug na een vakantie in het Moederland, in gezelschap van den  Wel Eerwaarden Heer van den Weygert en drie Zusters, waarvan er één bestemd was voor het Pensionaat Welgelegen, de twee anderen voor de verpleging van de zieken in het Gasthuis. De Zuster, bestemd voor het Pensionaat, was Marie Kieckens, een zuster van den Rector van het Hospitaal. Deze Marie Kieckens, op Curaçao beleend als Soeur Marie, behoorde vroeger tot de Congregatie van de Zusters van Bergen op Zoom en ging later over op die van Roozendaal.  Soeur Marie overleed 7 Oktober 1904 in de ouderdom van 87 jaar, na vele jaren van toegewijde arbeid aan het onderwijs van de vrouwelijke jeugd op het pensionaat. De tegenwoordigheid van Soeur Marie op Curaçao zal er wel niet vreemd aan zijn geweest, dat de onuitputtelijke Mgr. Kieckens aan Habaai een nieuwe kapel schonk, die bij gelegenheid van het Eeuwfeest in Januari 1942 zo vol smaak beschilderd is.

Van de latere jaren van zijn leven weten we alleen, dat hij toen ten minste ƒ 50.000 van zijn eigen vermogen aan het hospitaal heeft besteed. Nooit hebben zijn tijdgenoten — het nageslacht evenmin — voldoende begrepen, wat zij aan dezen buitengewonen man te danken hadden. En deze man, die het zelf zo royaal kon hebben als hij maar wilde, leefde voor zich persoonlijk als een arme. Alles, letterlijk alles kwam ten slotte bij zijn zieken en zijn Zusters terecht. In zijn laatste ziekte kon hij dan ook lachend verklaren: "Nu bedank ik God, want ik heb niets meer en beschouw nu alles wat ik krijg als een aalmoes."

-----
Over Mgr. Kieckens kan men raadplegen:
De Geschiedenis van het St. Elisabeths Gasthuis, door J. v. Baars O.P. 1905; Het St. Elisabeths Gasthuis op Curacao, door P. A. Euwens O.P. 1930; Na 50 jaar, Jubileumboekje, van de Fraters, 1936; Gouden Jubileum van de Dominicanenmissie op Curacao, 1920; Mgr. M. J. Niewindt, Een Levensschets, door M. Dahlhaus O.P. 1924; „Amigoe di Curacao", van 9 December 1893). M. L.